Van de auteurs

29 juni 2021

Van de auteur: Rekensprint en dyscalculie

Onlangs kregen wij de vraag hoe Rekensprint ingezet kan worden bij een leerling met dyscalculie. Lees hier wat Marijke Theunissen, auteur van Rekensprint, hierover zegt.

Van de auteur: Rekensprint en dyscalculie
"Volgens het Protocol Dyscalculie is een voorwaarde dat de leerling extra instructie- en oefenmomenten krijgt. In totaal minimaal 1 uur extra per week gedurende 6 maanden. Dit moet dus extra oefening zijn buiten de rekenlessen. De extra instructie moet worden aangestuurd door een deskundig RT’er, een Rekencoördinator, een IB’er of een externe deskundige. 

De directe begeleiding kan plaats vinden door de RT’er of leerkracht, maar ook deels door een goed geïnstrueerde onderwijsassistent. Alles moet vastgelegd worden in een handelingsplan/groepsplan/OPP. 

 

Voor het werken met Rekensprint houdt dit in dat u bijvoorbeeld eens per week zelf de begeleiding doet van Rekensprint Start (15 of 20 minuten) en dat onder uw aansturing de overige oefendagen (2 of 3 oefendagen) begeleid worden door bijvoorbeeld een onderwijsassistent. De onderwijsassistent moet instructie hebben gehad over de werkwijze. Het programma is echter dermate eenvoudig dat het goed begeleid kan worden door iemand die minder didactische kennis heeft. In feite kan het programma doorlopen worden en is dat eigenlijk al een kant-en-klaar handelingsplan voor de automatisering met een goede opbouw. 

U kunt de papieren versie ook combineren met zelfstandig werken in Rekensprint Online.

 

Meestal hebben kinderen met dyscalculie ook problemen met inzicht in het decimale getallenstelsel en weten zij niet goed hoe getallen in elkaar zitten. Ook hebben kinderen in groep 3 vaak veel moeite met het goed overzien van hoeveelheden in de 5- en 10-structuur. 

Het is dus ook zaak om met deze kinderen te oefenen met het overzien van hoeveelheden en met het laten leggen van getallen met MAB-materiaal en plaatswaardekaartjes, zodat zij zien hoe de getallen in elkaar zitten. Ook kunt u oefenen met sommen tot 20 in relatie tot sommen t/m 10 (familiesommen). Ook dit kan mooi met MAB. 

Rekensprint Getalbegrip oefent dit stapsgewijs. Het is in elk geval belangrijk om, naast het automatiseren in Rekensprint Start, ook te oefenen met getallen en getalbegrip (van concreet naar abstract). Zie hiervoor ook de afbeelding."