Voordelen Rekensprint Triangels:
- De snelle spelvorm zorgt dat kinderen gemotiveerd blijven om intensief te oefenen.
- Het biedt genoeg mogelijkheid tot begeleiding, waardoor het leerproces in beeld blijft. Door keer op keer de korte oefenvorm in te zetten, houd je het automatiseringsproces op gang.
- Gemakkelijk en snel in te zetten door leerkrachten, ouders, ib’ers, rt’ers of stagiaires, óf natuurlijk door de leerlingen zelf.
De Rekensprint Triangels-serie bestaat uit Rekensprint Triangels Plus en min en Rekensprint Triangels Keer en deel.
Rekensprint Triangels Plus en min
Inhoud Rekensprint Triangels Plus en min
- 25 Rekensprint triangelkaartjes plus / min / splitsen tot en met 10 (oranje getal bovenaan).
- 25 Rekensprint triangelkaartjes plus / min over de 10 (tot 20) (rood getal bovenaan).
Zo werk je met Rekensprint Triangels Plus en min:
- Kies het oefenniveau: sommen tot 10 (oranje) of sommen over het eerste tiental (rood).
- Leg de triangelkaartjes met de getallen naar beneden op tafel zodat het Rekensprint mannetje zichtbaar is.
- De begeleider of medespeler pakt een triangelkaartje en houdt de duim op één van de hoeken, zodat nog maar twee getallen zichtbaar zijn.
- Duim op rood of oranje bovenaan: de leerling maakt een optelsom.
- Duim op geel: de leerling maakt een aftreksom of een splitssom.
Rekensprint Triangels Keer en deel
Inhoud Rekensprint Triangels Keer en deel
- 50 Rekensprint Triangelkaartjes ‘keer en deel’: blauw getal bovenaan.
Zo werk je met Rekensprint Triangels Keer en deel:
- Kies het oefenniveau: de (deel-)tafels van 1 t/m 5 en 10, de (deel-)tafels 6 t/m 9 óf alles door elkaar.
- Leg de triangelkaartjes met de getallen naar beneden op tafel zodat het Rekensprint mannetje zichtbaar is.
- De begeleider of het maatje pakt een triangelkaartje en houdt de duim op één van de hoeken, zodat nog maar twee getallen zichtbaar zijn.
- Duim op blauw: de leerling maakt een keersom.
- Duim op geel of : de leerling maakt een deelsom.
Schema: wanneer zet je welke Rekensprint leermiddelen in?
Het rekenmuurtje is een visualisering van het stapelen bij het aanleren van basisbewerkingen. De fasen in dit schema corresponderen met het rekenmuurtje.
- Rekensprint Triangels Plus en min oefent kort maar krachtig drempel 1 en 3 van het rekenmuurtje.
- Drempel 1: optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10, bijvoorbeeld: 4 + 3, 7 − 4, 8 splitsen in 5 en 3.
- Drempel 3: optellen en aftrekken over de 10 (tot 20), bijvoorbeeld: 8 + 7, 15 − 7. - Rekensprint Triangels Keer en deel oefent kort maar krachtig drempel 5 van het rekenmuurtje: de eenvoudige tafels / deeltafels t/m 5 en 10 en de moeilijke tafels / deeltafels 6 t/m 9.